Dat ik van planten houd dat is jullie vast wel bekend. Ik schreef al eerder een blogartikel waarin ik vertelde hoe je jouw planten kunt stylen in je woonkamer. In dit artikel vertel ik je alles over hoe je jouw planten het beste kunt verzorgen en in leven houdt. Geen “groene vingers”? Ik heb echt een hekel aan deze term! Als je jezelf goed kunt verzorgen, kun je ook goed voor je planten zorgen. Ik ga niet afzonderlijk planten bespreken, maar geef in dit artikel algemene tips, zodat je hiermee langer van jouw planten kan genieten.
In deel 1 gaf ik tips over goede potgrond, voeding, water geven en de juiste luchtvochtigheid. In dit deel lees je alles over de juiste standplaats, hoe je jouw planten schoon kan maken, hoe je jouw plant kan verpotten en hoe je plantenziektes kan herkennen en bestrijden.
De juiste standplaats
Planten hebben licht nodig en dan heb ik het over zonlicht en dus geen licht van een gewone lamp. Zorg ervoor dat je jouw plant op de juiste plek zet. Je kunt niet zomaar je plant op een plek zetten waar jij hem wel leuk vindt staan. Elke plant is anders en heeft zo zijn eigenschappen. Je hebt planten die het liefst in de schaduw staan en planten die liever wat meer in het licht staan. Op het kaartje van de plant staat meestal wel op welke plaats je hem kan zetten, maar stel je voor dat hij het op deze plek nou niet zo goed doet, dan kunnen onderstaande punten de oorzaak zijn.
Oorzaken:
- Wordt het blad langzaam geel, slap en vaal, dan staat je plant te licht. Zet hem dan donkerder.
- Krijgt je plant geel blad, dan kan dat komen omdat je plant te donker staat. Er zijn heel veel redenen voor, maar te donker is er een van. Het blad krijgt namelijk niet genoeg licht door fotosynthese en sterft langzaam af. Dit gebeurt meestal aan de kant van de plant die het donkerst staat. Geef de plant een lichtere plek.
- Krijgt je plant lange stengels met weinig blad en reikt hij echt uit naar het licht, dan wil hij ook meer licht. Wil je hem compacter hebben, zet hem dan op een lichtere plek.
- Licht beïnvloed ook patronen op het blad. Heeft jouw plant prachtige patronen op het blad en worden deze langzaam minder en wordt hij effen, dan staat je plant te donker. Voor de plant is het verder niet schadelijk, maar vind jij het zonde dat dat patroon verdwijnt, zet je plant dan lichter.
Dus ik zou zeggen; lekker schuiven maar! Maar ga ook zeker niet te vaak schuiven, want een plant kan ok gewend zijn aan een bepaalde plek.
Maak je planten schoon
Net als alle andere spullen in je huis vangen planten ook stof. Het stof gaat op het blad liggen en wordt er een beetje grauwig van. Het blad kan daardoor ook minder goed zonlicht opnemen en ook kunnen de poriën verstopt raken. Dat zorgt ervoor dat de plant er wat grauwig uit gaat zien en er minder mooi uitziet. Gelukkig is het heel makkelijk op te lossen, door je planten gewoon zo nu en dan af te stoffen. Er zijn alleen wel een paar dingen waar je op letten. Dus hierbij een aantal tips:
Met een stofdoek
Een Epipremnum bijvoorbeeld kun je makkelijk met een vochtige doek schoonmaken. Doe dit wel voorzicht zodat je het blad niet kneust of beschadigt, want dat zou zonde zijn. Wat ook verstandig is om op letten is dat de plant gezond is, want als er beestjes op zitten en je gaat met dezelfde doek een andere plant schoonmaken, dan breng je deze beestjes over op de andere plant. Het is dus daarom ook belangrijk dat je de plant even goed nakijkt of er geen beestjes op of onder het blad van de plant zitten. Als je dit wel ziet moet je natuurlijk niet diezelfde doek voor een andere plant gebruiken, maar direct daarna gewoon in de wasmachine gooien.
Onder de douche of kraan
Het kan beste veel werk zijn om elk blaadje van elke plant in je huis apart met een doekje schoon te moeten maken. Je kan er daarom ook voor kiezen om je plant onder de douche of onder de kraan af te spoelen. Je haalt vooraf eerst de oude bladeren er af en daarna kun je hem onder de douche afspoelen met lauw water. En als je niet wilt dat de potgrond heel nat wordt, kun je een zakje om de basis van de plant heen doen zodat er niet zoveel water in de grond komt. Als je ze hebt afgespoeld laat je ze in de badkamer uitlekken en daarna kun je ze weer op hun plek zetten waar ze stonden. En je zult zien dat de bladeren er daarna veel frisser en mooier uit gaan zien. Het is dus echt de moeite om dit te doen!
Met een kwast
Er zijn natuurlijk ook planten die je niet zomaar onder de douche kan zetten of met een doekje schoon kan maken. Dat zijn bijvoorbeeld cactussen die vanwege de stekels geen doekjes tolleren. En onder de douche kunnen ze ook niet staan, omdat ze dan veel te nat worden. Wat je wel kunt doen, is ze schoonmaken met een kwastje. Je gaast dan voorzichtig met een klein kwastje tussen de stekeltjes door en veegt zo het stof weg. En soms denk je dat er geen stof meer op zit, maar als je dan nog even door gaat zal je zien dat het resultaat groot is.
Uitzonderingen
Er zijn ook een aantal uitzonderingen. Een aantal planten hebben namelijk een beschermlaagje op het blad. Dat zijn voornamelijk vetplanten, maar ook bijvoorbeeld een hersthoornvaren die heeft een hele stoffige laag op het blad en dat hoort bij deze plant. Deze laagjes moet je er zijn niet vanaf halen, want die komen daarna niet meer terug. Het enige wat je kan doen is heel goed blazen om op die manier het stof tussen de blaadjes weg te krijgen.
Hoe vaak?
Hoe vaak je jouw planten af moet stoffen is afhankelijk van hoe stoffig het in je huis is. Maar het verschilt ook een beetje per plant. Sommige planten trekken veel sneller stof aan dan andere. Je kunt dan zelf kijken door je hand of vinger over het blad te halen of er al stof op ligt. Op de manier kun je kijken of je de plant schoon moet maken of juist niet.
Door het afstoffen worden je planten dus weer frisser en kunnen ze weer extra zonlicht omzetten in energie en groeien er op deze manier weer nieuwe bladeren aan.
Verpotten
Als je plant te groot wordt of als de wortels van je plant onderuit de plastic pot groeien is het tijd om je plant te verpotten. Dat wil zeggen dat je hem in een grotere pot gaat zetten. Als de plant heel erg vast in zijn pot zit, kun je een beetje in de plastic pot knijpen en hem vervolgens voorzichtig uit de pot halen, zodat je de wortels niet beschadigd. Zorg dat je bij het verpotten een pot met een gat onderin hebt. Zo kan het overtollige water makkelijk weglopen. Onder de pot zet je dan uiteraard een schotel. Ikzelf gebruik altijd plastic potten met gaatjes onderin. Deze plastic potten zet ik dan vervolgens weer in een overpot zonder gaatjes. Je vult de pot met een laagje potgrond en zet vervolgens de plant erin, daarna vul je de pot verder aan met potgrond (als dat nodig is). Let erop dat de plant mooi recht staat en dat je de potgrond niet helemaal tot aan de rand vult, want als je dan water geeft loopt het er meteen overheen.
Verpotten in dezelfde pot
Je kunt je plant ook verpotten in dezelfde pot als waar deze in staat. Dit is bijvoorbeeld handig als je geen grotere pot in huis hebt of de plant graag in dezelfde pot wilt houden.
Wortels en kruin gedeeltelijk terugsnoeien
Wat je dan doet is dat je de plant boven de grond voor een deel terugsnoeit en een deel van de wortels onder de grond voor een deel terugsnoeit. Daarvoor haal je uiteraard de plant uit zijn pot. Je snoeit dus eerst een deel van de wortels weg en daarna een deel van de bovenkant van de takken van de plant. Zorg dat de kluit in ieder geval in verhouding staat met de kruin van de plant. Daarna zet je de plant weer terug met nieuwe potgrond en heeft de plant weer ruimte om uit te lopen en weer te gaan groeien. De beste tijd om dit de doen is in de lente, maar absoluut niet in de herfst of in de winter, want dan heeft de plant niet genoeg kracht om weer uit te lopen en te groeien.
Plantenziektes
Wat goed is om vooraf te weten is dat de beestjes, die soms schadelijk zijn voor je planten niet schadelijk zijn voor jezelf, voor je kinderen of je huisdieren. Ze blijven echt op je plant zitten en komen niet de rest van je huis in. Je hoeft dus niet meteen je plant weg te gooien als je er achter bent gekomen dat er een beestje in zit. Je kan hem behandelen en op die manier weer gezond maken.
Wat doen die beestjes op je plant?
Ten eerste is het goed om te weten wat die beestjes op je plant zitten te doen. Veel beestjes die op je planten zitten zijn schadelijk voor je planten, maar niet allemaal. Je hebt ook beestjes die in de grond zitten te wroeten om afvalstoffen op te ruimen. Deze beestjes zijn dus juist goed. Maar de meeste beestjes die op de bladeren van je plant zitten brengen wel veel schade aan je plant. Deze beestjes nemen hapjes uit de opperlaag van het blad van de plant, om zo die sappige cellen leeg te kunnen zuigen. Daardoor raakt je plant beschadigt; bladeren kunnen verkleuren, de plant kan minder goed groeien. En als je plant helemaal onder zit kan hij zelfs dood gaan.
Voorkomen
Het is lastig om helemaal te voorkomen dat er beestjes in je plant komen, want ze kunnen meekomen via je kleding of via een andere plant of via de lucht. Sommige beestjes hebben vleugeltjes en kunnen naar je plant toe vliegen. 100% voorkomen is dus niet mogelijk, maar je kun je plant wel helpen door hem extra weerbaar te maken en dat doe je door goed voor je plant te zorgen. Dus niet op een plek waar het heel erg tocht, dat die de juiste hoeveelheid licht krijgt en de juiste hoeveelheid water. Ook niet teveel voedingstoffen of juist te weinig. Op deze manier is de weerstand van je plant al veel hoger en zullen de beestjes minder va hebben op je plant. Veel beestjes houden ook niet van een hoge luchtvochtigheid, dus het is ook goed om je planten zo nu en dan te sprayen.
Gevoelige planten zijn vatbaarder
Nu is het wel zo dat de ene plant wat gevoeliger is voor beestjes dan de andere plant. Veel planten met wat grotere bladeren zijn wat gevoelig, dan bijvoorbeeld een stevige Yucca. Maar het is wel zo dat op elke plant beestjes voor kunnen komen, dus ook op je vetplanten, je cactussen en ook op hele sterke planten kunnen beestjes voor komen.
Herkennen
Het is goed om eens in de zoveel tijd je planten te controleren om te kijken of ze misschien beestjes hebben. Als je dit ongeveer 4 keer per jaar doet dan kun je, als er beestje in zitten, snel ingrijpen en eventuele problemen beperken. Ook als je bijvoorbeeld een plant hebt die het eerst heel goed deed en dan ineens een beetje slechter eruit gaat zien, is het altijd goed om te kijken of er misschien beestjes in verscholen zitten.
Wanneer?
De meeste beestjes zijn in de lente en in de zomer veel actiever, dus let dan ook extra goed op. Sommige beestjes zijn ook goed herkenbaar, zoals bijvoorbeeld bladluis. En sommige beestjes kunnen zich heel goed camoufleren. Andere beestjes zijn heel erg klein, waardoor ze lastig te zien zijn. Maar als je weet waar je op moet letten, dan herken je het al veel sneller. Als je jouw plant gaat controleren op beestjes, bekijk dan goed de bladeren; niet alleen de bovenkant, maar ook de onderkant. En kijk ook goed tussen alle hoekjes en gaatjes, zoals de bladoksels en de stammetjes of daar misschien iets zit, want sommige beestjes kunnen zich heel goed in van deze hoekjes verstoppen.
Symptomen
Een aantal symptomen dat er misschien beestjes in je plant zouden kunnen zitten, zijn verkleuring en vervorming van het blad. Het kan ook zijn dat er hele kleine webjes verschijnen die over het blad liggen, of dat er plakkerig spul op de bladeren of de vensterbank rondom de plant ligt. En soms zijn er kleine witte pluisjes die op de takken zitten.
Bijvoorbeeld dopluis is een klein, bruin bobbeltje op het blad of de stam. Soms lijkt een onderdeel van de plant te zijn, maar dit is absoluut niet het geval. Het is daarom belangrijk dat je dit soort beestjes dan ook kan herkennen. En deze herken je dan ook aan het plakkerige spul dat ze uitscheiden.
Het is ook erg belangrijk om je plant goed te bekijken als deze gezond is, zodat je goed kan herkennen als er mogelijk beestjes in zouden kunnen zitten.
Behandeling
Als je een beetje in je plant hebt gevonden dan moet je natuurlijk ook actie ondernemen. Als je er niks aan doet, dan gaan ze zich vermeerderen en dan zitten ze misschien wel door je hele plant.
In quarantaine
Het eerste wat je doet, is je plant in quarantaine zetten. Dat houdt dus in dat je hem apart zet van je andere planten, zodat de plant geen andere planten kan besmetten en dat de plaag zich dus niet verspreidt over je andere planten. Als het lente of zomer is, kun je er ook voor kiezen om je plant een tijdje buiten te zetten. Heel veel plagen trekken dan ook weg, maar let er dan wel op dat je jouw plant niet in de volle zon zet en dat het niet kouder wordt dan ongeveer 15 graden. De meeste kamerplanten houden namelijk niet van temperaturen onder de 15 graden.
Schoonmaken
Om helemaal van de infectie af te komen, zal je de plant goed schoon moeten maken. In enkele gevallen is een goede straal van de douche al genoeg om de beestjes weg te krijgen. Bladluis kun je bijvoorbeeld goed met de douche wegspoelen of met een plantenspuit met een harde straal.
Bestrijdingsmiddelen
Bij sommige andere beestje heb je echt bestrijdingsmiddelen nodig om er van af te komen. Stel dat je bijvoorbeeld wolluis, dopluis of schildluis op je plant hebt zitten en het is nog niet zo veel, dan kun je ook gewoon met een wattenstaafje met een beetje alcohol erop ze aanstippen en op die manier van de plant afhalen. Voor veel andere beestje kan je ook een spray gebruiken.
Zelf een spray maken
Je kunt bijvoorbeeld zelf iets maken, maar je kan ook naar het tuincentrum gaan en daar een spray kopen specifiek voor de plantenziekte die de plant heeft. Als je er zelf een wil maken, dan kan je 20 ml groene zeep mengen met 20 ml spiritus en 1 liter water. Dit mix je goed en daarna kan je jouw plant ermee sprayen. Ongeacht welke spray je ook gebruikt, zorg ervoor dat je zowel de bovenkant als de onderkant van de bladeren sprayt. Vergeet ook niet alle andere hoekjes en gaatjes die de plant heeft, zodat je zeker weet dat je alle beestjes hebt geraakt. Dit sprayen herhaal je een aantal keer, zodat je zeker weet dat er geen nieuwe generatie aankomt.
Behandeling herhalen
Herhaal de behandeling dus om de 2 weken nog een keer en doe dat 2 of 3 keer. Daarna is als het goed is de plaag weg, maar is het nog steeds belangrijk je plant zo nu en dan te blijven controleren of de beestjes nog steeds weg zijn.
Lees ook:
- Met deze verzorgingstips geniet je langer van jouw kamerplanten! (Deel 1)
- Een piano in huis en hoe je die mooi kunt stylen
- Hoe ik mijn planten in mijn woonkamer style + tips hoe je dit zelf kan doen
Beeld © Josine Dee/Te Leuk Wonen
Geef een reactie